Hij was streng, edoch rechtvaardig. Had een grote voorliefde in het geven van zangles, was bij vlagen driftig, edoch bovenal uniek op het gebied van ordehandhaving, welk hij middels het werpen van een tennisbal trachtte te bewerkstelligen. Meester van Laar, aan wiens rechtarm schier bovenaardse krachten werd toegedicht, heeft mij in de periode 1969 - 1971 menig keer een balletje toegeworpen, die ik vervolgens met evenveel spontaniteit, maar daarentegen met beduidend richtingsgevoel, keihard retourneerden. Spreekt natuurlijk voor zich dat dit nog straffere maatregelen tot gevolg had. Niet dat dit enig effect te weeg bracht, integendeel, maar om een of andere onverklarebare reden ben ik hem gaan respecteren en in zekere zin zelfs gaan waarderen. Desalniettemin bleef ik stug doorgaan met het bloed onder zijn nagels vandaan te halen, maar voelde ik mij ongekend schuldig toen hij plotselijng niet meer voor de klas verscheen. Wat daar nu precies de reden van zijn verdwijning is geweest weet ik niet, maar ik verkeerde in de directe veronderstelling dat mijn gedrag de mogelijke hoofdoorzaak was. Te veel eer misschien, wie zal het zeggen, maar dan toch....... Per slot van rekening heb ik - aldus de diverse getuigenverklaringen - never nooit de welwillendheid getoond om ook maar enigzins tegemoet te komen aan meester van Laar's diepste verlangen. Hij had er een godsvermogen voor over, zo niet een koninkrijk, maar met de beste wil van de wereld, ik kon er niet aan voldoen. En geloof het of niet, maar ik heb het weleens geprobeerd. Meerdere malen zelfs. Tien seconden ging nog net, maar vijf minuten m'n muil houden was werkelijk een onuitvoerbare opgave. Dat kon ik gewoonweg niet. Of ik het wilde of niet, maar die scheur moest open. Vandaar ook van Laar's opmerking in het rapportboekje '70-'71;
![]()
"......Robbie's gedrag laat zeer te wensen over.
|
![]() | ![]() | ![]() |