Para(AB)normaal.

Het schijnt te spoken in kasteel Sterkenburg.
In welke vorm is mij volstrekt onduidelijk, maar op de site van The Ghosthunter is het the hunter himself die absoluut zeker weet dat het er spookt.
Sterker, hij heeft de verschijning(en) zelfs digitaal vast weten te leggen, maar door de witte achtergrond zijn deze (zogezegde Orbjes) helaas niet waarneembaar.
Maar ze zitten er dus absoluut op zeker wel en dat is met name - aldus the hunter - in de toren sterk te voelen.
De bron van het kwaad schijnt gezocht te moeten worden in de rusteloze geest van Antony van Aeswijn, wiens levenloze lichaam (neergeschoten alsmede onthoofd) op 6 juni 1647 werd aangetroffen in de bossen nabij het kasteel. En ondanks de uitgeloofde beloning van driehonderd bikkelharde florijnen zijn de dader alsmede het hoofd never nooit gevonden.
(Overigens, over dat onthoofden wordt nergens op het internet met een woord gerept, maar is tot ons gekomen middels de overbekende "overleveringsverhalen" die zich al een paar eeuwen in Langbroek e.o. de ronde doen.)
Een stille alsmede geheime liefde zou mogelijk ten grondslag hebben gelegen aan deze brute daad, terwijl er anderzijds wordt gesproken over een soort van ontvoering tijdens een jachtpartij, edoch voor beide theorieën zijn nimmer directe dan wel concrete aanwijzingen gevonden.
Maar wat maakt het uit, ook in paranormale wereld draagt De Gevallen Parel zijn steentje bij en dat is onmiskenbaar iets om trots op te zijn.
Of er meer van dit soort verschijningen in dan wel om het wonderschone Driebergen - Rijsenburg te bespeuren vallen is ons niet bekend, alhoewel navolgend relaas er wellicht best voor in aanmerking kan komen.

Het moet ergens in 1977 zijn geweest dat ik hem voor het eerst ben tegengekomen, toen ik op een door zon overgoten ochtend over de Verlengde Traay in de richting Austerlitz fietste en hij mij vanuit tegenovergestelde richting te gemoed kwam lopen.
Klein van stuk en met een meer dan opvallende gelijkenis met Louis de Funès, de in 1983 overleden chaotische franse komiek, die als geen ander alsmede om volledig niets geweldig door het lint kon gaan. Maar dat terzij.
Hij droeg een lange grijze jas en hield een plastic draagtas in zijn hand.
Wellicht dat ik hem wel eens eerder had gezien, maar dit was de eerste keer dak eum, alhoewel voor een kortstondig moment, echt in beeld kreeg.
Enkele dagen later zag ik hem weer, zelfde outfit dito tasje, maar kwam hij thans vanuit de richting Driebergen lopen, terwijl ik juist die richting in fietste.
Evenals de vorige keer een in stilzwijgen gehulde korte blik van herkenning, de vriendelijke lach en de vervolging van ieders weg.
Nagenoeg iedere maand - soms sloegen we er ééntje over - kruiste onze blikken elkaar wel een keer, maar nimmer op een vaste dag, edoch daarentegen wel altijd op de Verlengde Traay.
Zomer, herfst, winter, lente….het maakte geen flikker uit, maar hij was altijd hetzelfde gekleed en droeg immer dat tasje met zich mee.
Dit heeft bij elkaar een jaartje geduurd.
In augustus 1978 veranderde ik van werkgever en trapte vanaf dat moment niet meer dapper over de Verlengde Traay richting Austerlitz, maar als een ware kromgebogen eenzame fietser over de Rijsenburgselaan naar Utrecht.
Wanneer het precies is geweest zit helaas in de dodenhoek van mijn geheugen, maar terugkomend vanuit de Domstad draaide ik de voormalige Rijsenburgsesteeg op en herkende hem direct alsmede van verre.
Zelfde jas, dito tasje, die ontluikende vriendelijke lach en wederom in tegenovergestelde richting.
Dit kon toch niet waar zijn.
Begreep er werkelijk geen hout van en heb zeker nog een keer of vijf achterom gekeken om er van overtuigt te raken dak die dag niet teveel koffie tot mij genomen had.
Nog diezelfde avond bracht ik dit voorval bij een spiritueel ingestelde vriendin te spraken, die mij adviseerde om hem bij onze eerstvolgende ontmoeting hardop te groeten.
Een paar dagen later deed zich die gelegenheid voor, toen hij wederom vanuit de richting Driebergen aan kwam lopen en onze blikken zich op nagenoeg dezelfde plek kruisten.
Zoals afgesproken begroette ik hem in het voorbijgaan, met een oprecht gemeend "Goedemiddag" en fietste zonder om te kijken verder, waarna ik hem tot op de dag van vandaag never nooit meer gezien heb.

Een page terug..Een page vooruit